Oppenheimer moet Hiddema-cartoon censureren
Cartoonist zijn is moeilijk kut. Dat vindt de door strafpleiter Theo Hiddema aangeklaagde Cartoonist Ruben L. Oppenheimer zelf nou ook. Je werkgever betaalt je om mensen grafisch te verneuken, die mensen zijn vervolgens beledigd en willen je vooral doodmaken. Hiddema, als de in principe prima vent die het ooit was/ergens nog altijd is, wilde Oppenheimer niet dood, maar hij wil wel dat Oppenheimer zijn cartoon rectificeert. De Cartoon, louche, suggereert dat Hiddema een louche advocaat is. De rechter heeft Hiddema in het gelijk gesteld en eist dat Oppenheimer zijn cartoon rectificeert. Maar, Oppenheimer moet hier duidelijk niets van hebben en bezigt onmiskenbare cartoornistenoorlogstaal: Wat denk je zelf? Al moet ik doorvechten tot aan het Europese Hof van de Rechten van de Mens; het is niet aan de rechter om te bepalen wie ik louche noem en hoe een lezer mijn cartoons moet opvatten. De D66-magistraat in kwestie vond natuurlijk wel dat hij meende te weten hoe mensen een cartoon interpreteren: "Naar zijn aard zal een cartoon niet lang bestudeerd worden door een gemiddelde lezer. Een tekenaar mag dan ook niet verwachten dat een lezer zich uitgebreid gaat verdiepen in de (mogelijke) diepere betekenis daarvan." De rechter bepaalt dus wat het gepeupel van een cartoon vindt en meent zich daarna te moeten mengen in de vrijheid van meningsuiting. Oppenheimer rectificeerde zijn cartoon vervolgens bij wijze van protest onder het commentaar: "Dit is nu wat ik bedoel: juridisch is dít misschien verstandiger, maar wil ik mij hier als satiricus nu werkelijk bij iedere cartoon mee moeten bezighouden? Dit vonnis is de bijl aan de voet van mijn satirische vrijheid."